Jou hoofd,
het dwarrelt er, het gaat de kant op die het wil.
Alleen het laatje “thuis” gaat nog open….
Als ik bij je ben, loop ik met je mee, streel je hand,
knuffel je, hou je vast als je huilen moet
en ook gewoon omdat je er bent.
Je loopt alleen, de gang, oneindig lang.
Soms wacht ik even op je,
soms wandel ik een stukje met je mee.
Je voelt nog wie er bij je hoort,
nu alleen nog iemand van altijd.
Dan zeg je uit je diepste zelf, ik wil naar huis…
Ik koop je kleren, ruim je kast op,
laat mijn hond je innerlijkste blijde jou ontmoeten,
je streelt, je kriebelt, glimlacht van binnenuit.
Dan ga je weer, alleen, op pad, op zoek naar thuis,
een lange gang, je hoofd wijst de weg die er nog is.